Mas Papo

Home - Actief - 3 december 2010: Sonnetten deel twee


Gedichten

Verhalen

Radio

Actief - Agenda

Diversen

Sonnetten deel twee

Zoals beloofd nog een keer over sonnetten. Een sonnet bestaat uit 14 regels, maar die moeten wel volgens een vast stramien worden opgeschreven. Een sonnet is niet zomaar een gedicht!

Even de technische details: De eerste 8 regels horen bij elkaar en zijn meestal opgesplitst in twee delen van ieder 4 regels. Het tweede deel van het sonnet bestaat uit 6 regels en is meestal opgedeeld in twee delen van drie regels. Overigens Shakespeare splitste het tweede deel op in een deel van 4 regels en een deel van twee regels. Maar samen wel weer 6 regels. Je ziet dat soms ook bij andere dichters terug.

Het rijmschema voor een sonnet ligt vast, hoewel veel dichters daar iets vrijer mee omgaan. Maar het oorspronkelijke schema is dat de eerste en de vierde, zesde en zevende regel rijmen. En dat ook de tussenliggende regels rijmen, dus in letters: a b b a b a a b . Het tweede deel rijmt als volgt: c d c, d c d of een andere combinatie van twee rijmende uitgangen. Maar dat is nog niet alles... ook moet het regelmatig klinken. Het aantal lettergrepen per regel is gelijk en de klemtonen vallen op dezelfde lettergrepen.

Tot slot kun je zeggen dat het sonnet eigenlijk uit twee delen bestaat. In de eerste 8 regels wordt iets verteld. Dan volgt een wending in het gedicht en wordt het tweede deel gebruikt om het eerste deel tegenovergesteld aan te vullen. Zo kun je bijvoorbeeld in het eerste deel aangeven wat er in het heden gebeurt en in het tweede deel wat de toekomst brengt.

Een sonnet is zoals u ziet een ambachtelijk stukje poëzie. Het is niet zomaar één, twee, drie in elkaar gezet. Toch wordt het veel beoefend. Ik noemde één van de bekendste eerste zinnen van een sonnet: Ik ging naar Bommel om de brug te zien. Een ander sonnet waar juist de laatste regel heel bekend is, is van J.C. Bloem: Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.

Als dichter moet je je dus wel inspannen en een beetje apart zijn om geheel volgens de vaste versvorm een sonnet te schrijven. Toch hier nog een sonnet, waaruit blijkt dat dichters ook hele gewone mensen zijn (en zoals u ziet het rijmschema niet helemaal voldoet aan de strenge regels ...) :

Dichter

O, dichter wat is het dat gij dan doet
't gedicht moet af, de tekst is bijna klaar
het juiste woord te vinden valt u zwaar,
in 't vers is 't zoeken naar 't verlossend voet.

Zo nobel en verheven is uw taak,
ik ben heel voorzichtig met woord en daad
en bel niet voordat u heeft afgerond.
het is en blijft u een voorname zaak.

Toch wil 'k u spreken onder vier ogen
Ik bel hem en zijn lieve vrouw neemt op.
"Kan ik de dichter nu even spreken?

Hij zal mij heel kort moeten gedogen."
"Ja," zegt zij, "ik zal hem voor u roepen
hij was net de vaat aan het drogen."


Mas Papo, dichter van Bernheze


Vorige Volgende

© Mas Papo 2019